Het langzamerhand uitdunnen van het varenbos heeft meerdere plussen. Behalve dat er meer licht en lucht in het bos bij de bosvloer kan komen is ook verdere uitbouw en opbouw van de houtwal mogelijk. Hiervoor worden vooral de dunnere twijgen gebruikt. De dikkere stukken komen meer tot hun recht om de schuinlopende paden nog verder van traptreden te voorzien.
Hier is zichtbaar dat ook dunnere stammetjes goed dienst kunnen doen. De onderste is "pas" en de bovenste stam laat ik opzettelijk langer, steekt over het pad heen om zo meer houvast te krijgen.
De al eerder aangelegen paden en traptreden laten al een eerste opbrengst zien van paddenstoelengroei. Het geeft het geheel steeds meer een natuurlijk aanzien.Maakte ik in het berleden gebruik van diverse houtsoorten, de komende tijd zal alleen nog met beukenhout verder gewerkt worden. Op de "thuisbasis" spaar ik ondertussen zaailingen bij elkaar van es, esdoorn en linde. Het kan zo maar zijn dat ze in de toekomst kwalitatief een betere variatie aan bladval bij gaan dragen.