zondag 22 februari 2009

Varens vermeerderen

Het vermeerderen van varens of meer varensoorten verkrijgen, daarin zit een heel verschil.

Meer varensoorten verkrijgen doe je ondermeer door ze te kopen, bijvoorbeeld bij een tuincentrum of beter nog bij een in varens gespecialiseerd bedrijf.
Een andere mogelijkheid is ruilen met iemand anders.
Een goede manier daarvoor is je aan te sluiten bij de Nederlandse Varenvereniging.
Een aantal malen per jaar zijn er bijeenkomsten waarbij varenliefhebbers elkaar treffen.
Regelmatig worden er varenplanten uitgewisseld.
Je vind de Nederlandse Varenvereniging op
http://www.varenvereniging.nl/
Dan zijn er ook nog andere mogelijkheden:
-Vermeerdering door sporen
-Afleggen van blad met broedbollen
-Scheuren

Trouwens over vermeerderen van planten gesproken:
Op 21 en 22 maart is er de jaarlijkse
Zaai- en Stekbeurs in de Hortus van Utrecht.
Een bonte verzameling van plantenliefhebbers laten dan o.a. zien op welke wijze planten vermeerderd kunnen worden.
Ook de Nederlandse Varenvereniging is vertegenwoordigd.

Varens, zelfs op begraafplaatsen






Grafsteen met varenmotief bij kerkhof in Church Stretton




Varens, zelfs of juist ook op begraafplaatsen en kerkhoven in de Victoriaanse tijd, daarover kun je lezen en kijken door op de volgende koppeling te klikken:


Maar scroll dan even door tot: Ferns in grave situations

Een nieuw varenmuurtje



Aan de zijkant van het huis loopt de erfscheiding met brandgang. Deze bestaat uit schuinaflopend terrein met een wilde heg van buxus en valse laurier. Het zou beter zijn om hier een keermuurtje te maken. Daartoe had ik inmiddels een flinke berg steenachtige materialen "verzameld" en op een hoop samengevoegd.



Om een muurtje solide te maken had ik natuurlijk gebruik kunnen maken van cement. Maar je kunt zo'n muurtje ook als een verticaal tuintje beschouwen. Zo'n keermuurtje moet dan ook voldoen aan een aantal andere voorwaarden en daarbij is cement zeker niet het beste verbindingsmateriaal.
Een verticaal tuintje impliceert dat er t.z.t. muurplantjes in willen en kunnen groeien.
Een aantal varensoorten zijn ook als muurplant zeer geschikt.


Als volgt ben ik te werk gegaan:
Ik heb de stenen zó gestapeld dat ze schuin naar achter hellen met grond erachter.
Daarbij zijn de stenen zo geplaatst dat regenwater naar "binnen" loopt.
Een mengsel van 40% leem- of kleiachtigmateriaal, 20% humus, 30% zand en 10% kalk
diende als "ruwe voeg". Tijdens het stapelen van de stenen heb ik er alvast een aantal varensoorten tussen geplaatst.
Asplenium adiantum nigrum, Asplenium trichomanes, Ceterach officinarum en Dryopteris f.m.

Het gehele muurtje heb ik daarna afgedekt met oude dakpannen.
Over een aantal weken zal ik het muurtje "afvoegen", d.w.z. de naden echt dichtmaken met het zelfde mengsel van leem, zand, kalk en humus.

woensdag 11 februari 2009

Salopian pottery



Dit is weer zo'n prachtig voorbeeld van het gebruik van varenmotieven op voorwerpen, gebruikelijk in de Victoriaanse tijd. Deze vaasjes zijn slechts korte tijd geproduceerd van 1882 tot 1900 door de Salopian Decorative Art Pottery Companion in Benthall, Shropshire. De toenmalige directeur van de fabriek, William Allen, had vooruitstrevende ideeën en vond het tijd worden om een nieuwe techniek toe te passen om zijn producten op een kunstzinnige wijze van andere fabrieken te onderscheiden. Bij het toepassen van varenmotieven werd gebruik gemaakt van een speciale techniek het zg. sgraffito.

Met name ene meneer Hartshorne was goed in het decoreren middels het gebruik van deze methode. De techniek bestond uit het weg- of inkrassen van een aangebrachte glazuurlaag op nog ongebakken aardewerk.
In 1920 stopte de fabriek geheel met aardewerkproductie en ging zich toeleggen op het vervaardigen van gresbuizen en electrische fittingen.
Maar wat een bijzonderheid. De vorm, de rand en de techniek is zo goed als zeker ontleend aan de oude Grieken.

maandag 9 februari 2009

winterdracht is winterpracht


Aan de rand van het bos met uitzicht over het weiland.

Het kán in de wintermaanden te keer gaan, maar meestal beperkt het zich het om lichte nachtvorst, Naar ik me heb laten vertellen zakt de temperatuur tijdens de wintermaanden in de vroege morgen vanaf een uur of zes pas onder het nulpunt. Een hele nacht of dag onder nul is uitzonderlijk.

Normaliter loopt de temperatuur in de loop van de dag weer op tot wat graden boven nul
Lichte nachtvorst geeft prachtige effecten op het varenblad.


polystichum set. Nantes



Arachniodes davaliaformis


Polystichum tsus simense


Blechnum novae zealandia
Afbeelding toevoegen

Voorjaar brengt nieuw leven


Het effect van aanplant van varens en schaduwplanten in dit bestaande bosperceel is verrassend en boeiend maar ook enerverend. De afgelopen winter heb ik een aanvang gemaakt met houtkap. Met name in de zomermaanden van 2008 was aan de varens duidelijk te zien dat een aantal groepen toch te donker staan. En dan zijn er twee mogelijkheden, de varens verplanten of wat licht en lucht naar de varens brengen. Op het laatste heb ik mijn keuze laten vallen.

Ten slotte gaat het ook om een min of meer verwaarloosd bosterrein met wel degelijk gunstige effecten maar er kleven ook nadelen aan. De samenstelling aan bomen bestaat uit voornamelijk eiken, wat hazelnoot en een paar zeer grote sparren. Op een aantal plaatsen staan er bomen te dicht op elkaar waardoor er aan het begin van de zomer het bladerdek zich te dicht sluiten kan.
Als eerste ben ik begonnen met het omzagen van een aantal dunnere, kale stammen.
Vervolgens heb ik een aantal grotere exemplaren opgekroond. Dat gaf al flink wat ruimte, maar het uiteindelijke resultaat zal ik pas begin zomer kunnen constateren als de resterende bomen en kruinen volop in blad gekomen zijn.
Dan is er nog een barriere te nemen. Een aantal sparren staat dicht op elkaar, steken torenhoog boven de loofbomen uit en nemen licht en vocht weg van de oorspronkelijke boomvegetatie.
Graag zou ik er een aantal van willen elimineren, echter de stamdikte (ruim zestig centimeter) en hoogte (ik schat 15 tot 20 meter) gaat deze goedwillende amateur toch wel wat boven de pet. Het zou ronduit gevaarlijk zijn om er alleen aan te beginnen dus zal de vakman er aan te pas moeten komen.
Gelijkertijd wil ik een aanvang maken met uitbreiding van loofboomsoorten.
De zwarte els lijkt me geschikt, maar ook gewone esdoorn. Beiden hebben goed verteerbaar blad. Op de duur kan ik dan bestaande min of meer zwakke bomen weghalen.
De komende tijd kan ik er dus tegenaan.

vrijdag 6 februari 2009

Nog meer kleur


Op de linker foto zie je epimedium, ook wel elfenbloem genoemd,
een dankbare bosplant. Het gehele jaar vol in blad, geeft het begin
mei mooie heldere gele bloemen.
Daarnaast aan de rechterkant Lamiun orvata, een dovenetel soort. Prachtig als de eerste stengels uit de grond verschijnen. Bloeit in mei.

Andere kleuren in het bos


Het sneeuwklokje is een steeds terugkomende gast net als de cyclaam,
in de periode van januari februari.


In de periode april mei komen de bloemetjes van de bosgeelster tevoorschijn.
Ook het lelietje van dalen heeft een plek aan de bosrand gevonden.

Meer schaduwplanten in het bos




De kerstroos is zo langzamerhand wel een heel bekende plant.
Zo gauw het in onze contreien Kerst dreigt te worden, komen deze planten massaal op de markt, al wel voorgetrokken, vaak nog rauw, in knop, maar weer zonder blad en tenminste van een flink prijskaartje voorzien. Wat zo'n plant wel niet allemaal moet doorstaan eer het de huiskamer mag sieren! En daarna...een verwarmde huiskamer, en meestal wordt ie net als de kerstboom begin januari afgedankt.

Feitelijk gaat het hier om Helleboris niger, een pracht van een bosplant voor wat meer open plekken. Tussen januari en februari komt hij tot bloei.
In het varenbos heb ik meerdere exemplaren aangeplant, elk jaar is het weer een genot om zo rond februari de grote witte bloemen te aanschouwen.


En deze is weer familie van de bovenbstaande, bloeit aanzienlijk later, meestal april/mei.
Het is de Helleboris oriëntalis. Er zijn allerlei kleuren en bloemvarianten verkrijgbaar.
De aanschafkosten voor deze plant kan enorm variëren.
Nog net voor de bomen uitlopen en in het bos de schaduw een hoofdrol gaat spelen gaan ze bloeien. Het is een absolute schoonheid in een zich in het voorjaar ontluikend bos.


Meer zaailingen op een hoop


Nog een voorbeeld van spontane varenvermeerdering middels natuurlijke sporenuitzaaiing.
Het gaat hier vermoedelijk om een Dryopteris, de soort lijkt al duidelijk, maar welke vorm is voorlopig nog niet vast te stellen.
De kleine varentjes lijken meestal erg veel op elkaar. Vaak duurt het een aantal jaren eer voldoende duidelijk is om welke soort en variëteit het gaat.

Polystichum zaait zich uit


Dit nog kleine exemplaar lijkt een zaailing van Polystichum polyblepharum.
Het varentje ontdekte ik diep verscholen tussen de uit losse zwerfstenen opgebouwde traptreden in de tuin.
Een dergelijke spontane vermeerdering is toch een bijzonder fenomeen. En zeker in een tuin die tijdens de lente en zomermaanden pal in de zon ligt. De natuurlijke omstandigheden moeten namelijk zodanig zijn dat tenminste gedurende een aantal maanden in de omgeving waar de sporen terecht komen voldoende vocht aanwezig is om het hele ontwikkelingsproces van spore tot varen goed te laten verlopen.

donderdag 5 februari 2009

Dryopteris f.m. ssp


Dit is een gedroogde veer van een Dryopteris soort in de bosaanplant.

Enkele jaren geleden kreeg ik een klein exemplaar van Dryopteris chinensis in handen.
De varen groeide goed in mijn tuin. Vier jaar geleden heb ik deze gescheurd, daardoor kreeg ik vier exemplaren.
Natuurlijk konden er vast een paar mee naar de varentuin (toen nog bosrand) in Frankrijk. Ook daar groeiden de varens uit tot flinke exemplaren. Twee winters terug bleek één exemplaar aan de bosrand doodgegaan.
Regelmatig komen er spontaan varens op, meestal de gewone Dryopteris f.m.
Toen trof ik ook een klein nieuw exemplaar van de Dryopteris chinensis aan. Ik heb deze vergeleken met de moederplant. Zo ver mijn determinatie kennis reikte, precies dezelfde soort.
Afgelopen zomer bleek deze varen uit te groeien als cristaat. Ook was ik er inmiddels achter gekomen dat het niet Dryopteris chinensis betrof maar een Dryopteris f.m. soort mogelijk variëteit linearis. In ieder geval houd ik het daar nog even op.
Maar het uitgroeien van deze varen tot cristaat vorm is voor mij een absolute verrassing....maar ook een raadsel. Nergens op het terrein heb ik een cristaat vorm van Dryopteris f.m. staan, behalve Dryopteris crispa cristata, een lager blijvende soort.
Kijk en dat is nou het aardige met varens....

maandag 2 februari 2009

Klimaat en varenkeuze





Voor de keuze van winterharde varens heb ik gebruik gemaakt van bij elke varensoort behorende zogenaamde "hardheidszone". Voor een gedeelte van de tekst heb ik gebruik gemaakt van informatie op de site van Troposfeer.
Hardheidszones worden in sommige tuinboeken vermeld. Vooral in Engelse en Amerikaanse boeken is dat vaak het geval. In dergelijke boeken worden ze nogal belangrijk gevonden. Dit systeem van hardheidszones is ontwikkeld door de US Department of Agriculture en staat bekend als de USDA hardiness zones.
Oorspronkelijk alleen ontwikkeld voor de Verenigde Staten maar later uitgebreid naar de rest van de wereld. In sommige plantenboeken, meestal Engelstalige, wordt van de beschreven soorten ook de hardheidszone gegeven. Dit is een aardige indicatie van de bruikbaarheid van een plant voor de tuin, maar ook niet meer dan dat. Er mankeert nogal wat aan deze "hardheidsindicatie!". West-Nederland wordt geacht een zone 8a-klimaat te hebben, terwijl in het oosten een gedeelte (m.n. Gelderland,Overrijssel en Drenthe) een 7b-zone zouden liggen.

Maar als je op een zonekaart van Europa kijkt, (bijv. zie www.usna.usda.gov/hardzone) dan zie je dat bijv. Lyon ook een 8a-zone heeft. En delen van Spanje ook! Hoe kan dat?
Een zone is alleen gebaseerd op de gemiddelde jaarlijkse minimumtemperatuur die in een gebied voorkomt. Het zegt verder niets over tijdsduur en frequentie van een dergelijke lage temperatuur. Het zegt ook niets over de "overige" temperaturen, de hoeveelheid regen, de verdeling daarvan over de seizoenen, de hoeveelheid zonneschijn, sneeuw, etc.
Vandaar dat het klimaat in eenzelfde zone enorm kan verschillen van regio tot regio. Een zuidelijkere ligging (maar eenzelfde zone) kan zorgen voor een groter aantal zonuren, hogere dagtemperaturen, een grotere zonintensiteit en een langere zomer, waardoor de plant meer kan afrijpen en afharden voor de winter. Ook kan een drogere winter voor hogere koudebestendigheid zorgen dan in onze natte winters.



In mijn eigen tuin in West Nederland en bij het Varenbos in de Correze zijn er dan ook grote verschillen waar te nemen. Op het kaartje van West Europa is een gelijke hardheidszone af te lezen. Bepaalde zone 8 varens redden het echt niet in mijn tuin (Nederland) en met zone 9 varens kan ik het helemaal vergeten, terwijl dezelfde soorten in het varenbos heel goed de winter doorkomen. Zelfs Woodwardia radicans en Blechnum tabulare en Blechnum nudum geven daar geen probleem. Ja, de hoeveelheid zon, de intensiteit van licht over het jaar, een langer groeiseizoen, hoeveelheid regen, beschutting enz., het is allemaal van invloed op het welbevinden van de plant. En dat wist ik al maar nu zie ik het ook en dat maakt een groot verschil.
En dan is de factor samenstelling van de grond nog buiten beschouwing gebleven.
Voorlopig blijf ik nog even doorexperimenteren met het waarnemen en vaststellen van verschillen in groeiomstandigheden, binnen geografisch vastgelegde kaders, om voor bepaalde varensoorten een nog betere plek te bepalen.

En dat groeiomstandigheden enorm kunnen verschillen blijkt ook uit het volgende:
Van de zomer namen we met een groep leden van de Nederlandse varenvereniging een kijkje in het Arboretum van Kalmthout. En daar blijkt al enige jaren een Asplenium nidus (zone 10!) in de volle grond te staan in een verdiepte geul. We waren allemaal verrast over dit natuurwonder, het intigreerde ons mateloos hoe dit mogelijk is.
Ik ben benieuwd of deze varen de afgelopen winterperiode heeft getrotseerd. Wellicht wordt de kern elke herfstperiode wel op een natuurlijke manier van een flink winter(blader)dek voorzien. Bladverliezende bomen rondom meer dan genoeg.
Een observatie, wat temperatuurmetingen ter plekke zou niet zo gek (geweest) zijn.

zondag 1 februari 2009

Varenbos en magie


Weleens aan een beeld in de tuin gedacht?
In mijn kindertijd, ik spreek over de vijftiger jaren, vond ik het prachtig om zo hier en daar bij iemand in de tuin een tuinkabouter te ontwaren, liefst ergens onder een struik, je aankijkend of druk aan het werk.
Op zo'n jonge leeftijd ervaar je de magie van het leven al.
Valt er in onze tuinen op dat gebied tegenwoordig nog wat te beleven?
Menig ornament siert menig tuin, maar de magie is vaak ver te zoeken.
Vandaag kreeg ik van een varenvriend een mail met een interessante bijlage.
Een bos.........varens.......... en verwondering................
Een varenbos vol kunst en sculpturen in het kleine Victoriaans dorpje Marysville vlak bij Melbourne, Australië. Deze tuin ligt verscholen tussen de bomen van het regenwoud.
Het is de "art en sculpture garden" van Bruno Torf, een van oorsprong Zuid Amerikaan die in Australië is neergestreken.

Hieronder zie je een impressie.



Meer weten link dan: http://www.brunosart.com/ dan ben je op zijn website.

In mijn eigen varenbos ben ik voorlopig nog even met andere dingen bezig....... overigens is de magie daar, maar dan met "andere beelden", zeer aanwezig.