zondag 18 januari 2009

Het zoeken naar geschikte plekken om aan te planten


Voor de aanplant van de eerste varengroepen heb ik eerst een geschikte plek gezocht op factoren licht/schaduw, bereikbaarheid voor regenwater en rekening houden met de uiteindelijk tot volwassen uitgegroeide hoogte.

Per geschikte plek. rooide ik twee tot drie vierkante meter klimop daar waar ik specifiek een varensoort wilde planten.
Bij deze, eerst van klimop vrijgemaakte stukken bosgrond, spitte ik grond die nogal aan de droge kant bleek twee spaaien diep door met aanwezig blad. De grond zelf lijkt het meest op de grond die in de provincie Limburg te vinden is. Grond die goed vocht vast kan houden: in droge periodes een droge afsluitbare bovenlaag vormt, waardoor verdere uitdamping en verdroging wordt tegengegaan, zodat de planten die diep genoeg wortelen over voldoende vocht kunnen beschikken. Vervolgens plantte ik van de meer gewone Dryopteris, Athyrium, Polystichum en Asplenium scolopendrium species een aantal groepen aan. Het was fantastisch te zien dat deze eerste varengroepen in het bos meteen zo natuurlijk aanwezig waren. Door de grond om de planten heen wat af te strooien met blad leek het net alsof ze er altijd gestaan hadden.

Een hakselaar zou goed hulp kunnen bieden om bepaald nuttig snoeiafval te versnipperen en een versnelde kans tot composteren te geven maar ook de plantgaten van extra mulch te voorzien.

Verder nuttig voor het afstrooien van aangeplante plekken. Het is nu mei 2007 mijn vakantieweek is omgevlogen. Ik nam me voor om begin juni nog een keer een week vakantie op te nemen om met dit verslavende werk verder te gaan.
Thuis in Nederland leek het me handig tot aanschaf over te gaan van een hakselaar. In het aanbod van hakselaars met afweging van prijs en kwaliteit bleek de hakselaar met walstechniek van de Lidl een hele goede keuze en heb deze dan ook aangeschaft. In de paar tussenliggende weken heb ik menig tuincentrum in de buurt waar ik woon afgestroopt op zoek naar nieuwe aanwinsten op varengebied.
Zo kon ik begin juni opnieuw met de auto volgeladen met plantgoed en hakselaar naar Frankrijk rijden. Aldaar aangekomen was ik erg benieuwd hoe het de aangeplante varens verging. Het was een geweldige verrassing dat ze er blakend van gezondheid bijstonden met prachtig uitgerolde mooie grote robuuste veren. Denk daarbij aan het lichte groen van Matteuccia orientalis, het rozebruin van Dryopteris erythrosora, het glanzend helder groen van Dryopteris buschiana, het bijna uitgerolde blad als het ware een cobra bij Asplenium scolopendrium en het donkergroen van Polystichum sett. "Plumosum bevis". Ook de Dryopteris dilitata stond er prachtig uitgerold bij. De geprepareerde grond waarin ze stonden voelde niet meer droog aan, maar lekker nattig droog, precies zoals het zou moeten zijn. Het sein stond op groen: Ik kon doorgaan met het rooien van klimop, het doorspitten van de grond en met het vermengen van de grond met blad. Het regenwater bleek op de plekken zonder klimop wel voldoende de grond in te kunnen dringen.
Mei en juni zijn echte groeimaanden en met op het terrein het gras tot aan mijn knieën werd het eerst tijd om het veld te maaien. Vervolgens de hakselaar geïnstalleerd en op snoeikarwei gegaan, er viel in het bos zelf nog wel een en ander aan takken weg te werken.
Ook was er flink wat braam opgekomen uit wortelopslag en verder stond er in het bos veel echt onkruid: flinke pollen gras en een soort klaverzuring met in hoog tempo kruipende wortelstokken en daar mee een potentieel gevaar voor het wortelgestel van de varens.

Her aandeel onnuttig snoeiafval groeide gestaag, het bracht me op het idee een houtwal te maken en ook van dit onnuttige snoeiafval een waardevolle bestemming te geven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten